"Une femme mariée" nog steeds relikwie

Soort:Recensie
Onderwerp:Simplisties Verbond 10
Auteur:Nico Scheepmaker
Medium:Leeuwarder Courant
Datum:14-05-1975
Pagina:2
Ook verschenen in:Nieuwsblad van het Noorden (14-05-75)

Gisterenmiddag heb ik in de bioscoop Ingmar Bergmans "Scènes uit een huwelijk" gezien, een tot bioscoopfilm ingedikte tv-serie van zes afleveringen die we te zijner tijd hopelijk dank zij de NOS nog te zien zullen krijgen. Het onderwerp van deze ontroerende en letterlijk adembenemende film is het stukgelopen huwelijk van een man en een vrouw. Gisteravond zag ik op het tv-scherm de bioscoopfilm "Une femme mariée" van de befaamde regisseur Jean Luc Godard. Het verhaal: een vrouw die aarzelt tussen haar echtgenoot en haar minnaar. lets dergelijks dus als Ingmar Bergman in zijn film aansneed.
 
In beide gevallen is er nauwelijks sprake van uiterlijke, visuele "actie". Om het grofweg te zeggen is er eerder sprake van: veel gepraat maar weinig gehol. Maar hoeveel meer "actie" in de zin van "intermenselijke relaties" bevat dan toch zo'n film van Bergman vergeleken met die van Godard! Ik herinner me dat ik "Une femme mariée" in 1985 een heel mooie film vond. "Mooi" vond ik hem nog steeds, maar ik ben toch blij dat de tijd dat we zulke films het summum van filmgenot vonden, nu weer voorbij is. Ik kijk ernaar als naar een relikwie, een dankbare herinnering, maar ik voel me er geen moment meer bij betrokken.
 
Een kwestie van krommunicatie misschien, of anders wellicht van mommunicatie, verdommunicatie of kortommunicatie, de verschillende vormen van gebrekkige communicatie die de heren Bie en Kooten aan de kaak stelden, met een interview van Ad Langenbent met heer Den Uyl als uitgangspunt. Hoogtepunt van de krommunicatie (maar het kan ook de aplommunicatie geweest zijn) was het optreden van de heer Bie als heer Vollenhoven aan de piano, met bijpassende gehoorvleugels en het lied "Ik vind je leuk" (I want to fuck you).
 
Daar moest ik erg om lachen, erger nog dan om de heer Luns die heer Bie eerder te voorschijn toverde. Het ergst moet ik niettemin lachen om de dommunicatie van heer BIe en heer Kooten, die aan de hand van de Van Dale van 1961 wezen op de beperkte betekenissen die daarin van "communicatie" worden gegeven. Zij vielen daarbij onderdanig door de mand van de verkeerde zuinigheid, doordat zij kennelijk niet in 1970 wegens gebrek aan pecunia wis en vier het supplement op de Van Dale hebben aangeschaft, waarin onder communicatie ook nog wordt verstaan: 3. (gelegenheid tot) uitwisseling van gedachten: het geestelijk met elkaar verkeren: "gewone intermenselijke communicatie". enzovoorts.
 
Heel intrigerend was ook het derde deel van "Hoe het Koninkrijk der Nederlanden er weer helemaal bovenop kwam en wat er daarna gebeurde", waarin we teruggevoerd werden naar dansfeestjes in de vijftiger jaren, zelfexpressie, zo is het, de begrafenis van koningin Wilhelmina, ontgroening, provo, het huwelijk van de tiende maart, en al die zaken die duidelijk lieten zien dat we er vijftien a tien jaar geleden anders uitzagen dan tegenwoordig, en dat we ook anders waren dan we nu zijn.
 
Op zichzelf is dat natuurlijk niet iets om ons, ten koste van onszelf anno 1960' over te verlustigen, want over 15 jaar zijn we natuurlijk ook weer anders en zien we er ook weer anders uit dan op het ogenblik. Maar leuk was het wel. Meer leuk dan verdrietig. Ik althans verlangde niet naar die tijd terug, ondanks de witte fietsen, beeldreligie op het scherm en De Quay. Valt het u overigens ook op dat er in de zestiger jaren blijkbaar nog niet aan sport werd gedaan? Dat sport althans geen factor van enige betekenis was in ons dagelijks leven, althans volgens de makers van deze serie?
 

 
Terug naar Bibliografie