Halen we de zevenduizend?

Soort:Tweegesprek
Onderwerp:De wereld van klisjeemannetjes
Auteur:[onbekend]
Medium:Het Vrije Volk
Datum:03-08-1968
Pagina:5

Acht weken is nu de langspeelpraat-plaat van de VARA-klisjeemannetjes Wim de Bie en Kees van Kooten op de markt. De verkoop valt niet tegen, maar met dit soort platen maakt noch de maatschappij noch de artiest enige kans op forse financiële winsten.
 
Het zijn de platen, die "duidelijk voor de liefhebber" worden geproduceerd.
 
Wim en Kees hebben over de verkoop van hun eerste (en waarschijnlijk ook laatste), lp danig zitten tobben.
 
VRAAG: "Hoe zal het ten slotte met de verkoop aflopen?"
 
WIM: "Vijftien, pakweg, twintigduizend."
 
KEES: "Dat moet haalbaar zijn."
 
WIM: "Laten het er tienduizend zijn."
 
KEES: "Met zeveneneenhalf duizend zouden we al aardig uit de kosten komen."
 
WIM: "Maar laten we nou even wel wezen: met de publiciteit die wij gehad hebben zitten zesduizend er toch zeker in."
 
KEES: "Goed, laten we de provinciale bladen eraf trekken: dan scoor je toch altijd nog een verkoop van vierduizend."
 
WIM: "Maar hoe is de mens, nietwaar? De mens is lui, van huis uit. Dus reken zo'n duizend man die: a. geen tijd hebben gehad om onze elpee te lopen; b. ernstig ziek zijn, geweest, en aan het bed gekluisterd; c. toevallig buitenslands hebben verbleven. Wat niet wegneemt dat we dan, zelfs in het ernstigste geval, nog altijd op drieduizend platen komen te zitten."
 
KEES: "Okay — ik denk nu maar wat in het wilde weg, en ik wil het opzettelijk wat extreem stellen. Stel: alles maar dan ook alles is fout gelopen. Vrachtwagen vol met onze elpees in brand gevlogen, stel dat bij Phonogram de kelder uitgerekend onder water kwam te staan terwijl daar zestig gróte pakken vol met onze platen klaar stonden voor verzending, nietwaar: laten we nou even uitgaan van het allerongunstigste geval. Gewoon zó onwaarschijnlijk, dat het gewoon niet zou kunnen gebeuren. Maar goed: ik stel het opzettelijk extreem. En ik geloof dat duizend verkochte elpees héél extreem is hoor."
 
WIM: "Och, als we tóch extreem aan het doen zijn: waarom niet? Eh ... zes honderd. Hahaha."
 
KEES: "Zeshonderd. Heb jij wel 's zeshonderd elpees op een rijtje zien staan? Nou dat is een angstig gezicht hoor, neem dat van mij aan. Daar zeg jij netjes u tegen hoor, tegen zo'n rijtje."
 
WIM: "Zeg?"
 
KEES: "Ja?"
 
WIM: "Dat is maar onzin hoor, maar stel je 's voor wat er zou gebeuren als Phonogram met, laten we zeggen, vierduizend elpees zou blijven zitten."
 
KEES: "Haha."
 
WIM: "Weet je wel? Van die eindeloze rekken vol platen van ons in het magazijn."
 
KEES: "En in dat magazijn daar loopt een oude man rond, die moet daar oppassen en formulieren invullen en zo en die man heeft vreselijk de pest gekregen aan die stapels van ons. Die liggen daar alweer een jaar, die stapels."
 
WIM: "Die man schopt er af en toe ook tegen."
 
KEES: "En na anderhalf jaar gaat ie z'n peuken erop uitdrukken."
 
WIM: "En tussen de middag legt ie z'n pakje brood, met van dat vette papier, op die stapel van ons."
 
KEES: "Hij heeft er ook al een hele serie telefoonnummers op genoteerd."
 
WIM: "En soms komt z'n zoontje wel eens spelen met een paar vriendjes en dan mogen ze die hoezen op hun hoofd. Als feestmutsen."
 
KEES: "Als het lekt, want het lekt daar af en toe in die kelder, als het lekt dan gooit die man ook altijd razendsnel een stuk of tien van die hoezen van ons op de natte plekken."
 
WIM: "Ook op kantoor, boven, worden er al grappen mee gemaakt. Ze worden onder de koffiekan gelegd, d'r vouwt er 's een een vliegtuigje van en ze worden hier en daar als In- en Uit-mappen gebruikt."
 
KEES: "Aalberse, die labelchef, die staat erom bekend bij Phonogram: die neemt altijd hele stápels hoezen van ons mee. Om te kliederen, voor de jongens thuis."
 
WIM: "Nieuwe werknemers worden er ook mee gefopt, met die plaat van ons, op de eerste werkdag. Wat is ons plaatnummer?"
 
KEES: "XPY 857 063."
 
WIM "Precies. Elke werknemer wordt op de eerste dag dat ie daar in dienst is naar beneden gestuurd om de voorraad XPY 857 063 te tellen."
 
KEES: "En het personeel geeft elkaar op verjaardagen ook een paar schertscadeaus, weet je wel? Daar zit altijd die plaat van ons bij. Met "hartelijk gefeliciteerd" met tandpasta op de hoes geschreven."
 
WIM: "Hoe het ook zij: Ik geloof dat er bij elkaar best nog aardig wat van verkocht zijn."
 
KEES: "Ja, daar ben ik ook helemaal niet bang voor."
 
WIM: "Als ik nou maar naar mezelf kijk nietwaar? Ik draai 'm zeker drie keer, per dag, die elpee. En weet je wat het is? Hij wordt ook steeds léúker."
 
KEES: "O, dat heb jij dus óók. Weet je wat het met mij is? Ik ontdek steeds nieuwe dingen."
 
WIM: "Nee, 't is beslist geen plaatje dat snel gaat vervelen."
 
KEES: "Beslist niet. Ik kan me best voorstellen dat er mensen zijn die er gewoon niet genoeg van kunnen krijgen."
 
WIM: "Daarom jongen, daarom zég ik: hij haalt echt makkelijk de zes, zevenduizend."
 
Enzovoort, enzovoort.
 

 
Terug naar Bibliografie