Hoger en hoger stijgt Keek op de week. Ook bij de VPRO beziet men tegenwoordig met verbazing en nauwelijks verholen genoegen de kijkcijfers, die de kleine omroep tot dusver tamelijk onbewogen lieten. Sinds het begin van dit najaar is het publiek van Van Kooten en De Bie razendsnel in omvang toegenomen. Hun wekelijkse programma wordt nu bekeken door 16 à 17 procent van het Nederlandse kijkvolk (zo'n twee miljoen landgenoten) - goed voor een vaste plaats in de machtige kijkcijfer-top-tien, onder "Ook dat nog", "Medisch Centrum West" en "Zeg 'ns Aaa" en ongeveer gelijk met de "Honeymoon Quiz" en "Sonja op zaterdag".   Gedurende het grootste deel van hun televisiecarrière vormden de directeuren van het Simplisties Verbond een attractie voor een kleine minderheid. Vorig seizoen steeg hun score, ook geholpen door gewenning aan de wekelijkse frequentie, naar circa 10 procent. Ver beneden de grote publiekssuccessen van de andere omroepen en lang niet goed genoeg voor een vermelding bij de eerste twintig. Wat verklaart dan die plotselinge stijging in populariteit?   Het kan zijn, dat Van Kooten (49) en De Bie (51) niet langer worden beschouwd als exclusieve helden voor een jonger publiek. Het is eveneens mogelijk, dat hun optreden - nu ze meer op nieuwsfeiten reageren dan op de tijdgeest - niet uitsluitend meer 'elitair en dus onbegrijpelijk' wordt geacht. Er zijn echter ook praktischer verklaringen. In de eerste plaats heeft de komst van RTL-4 een algehele verdunning teweeggebracht: het publiek verdeelt zich over meer zenders, de kijkcijfers voor de meeste programma's zijn lager en men bereikt derhalve met een lager cijfer eerder de hoogste regionen. Daarbij biedt de KRO tegenover Keek op de week minder concurrentie dan de VARA in de vorige twee seizoenen. Uit onderzoek blijkt, dat het publiek van Van Kooten en De Bie een groot aantal VARA-leden omvat. Zij zijn sinds oktober toegestroomd.   Een laatste oorzaak zou kunnen zijn, dat de smaak van het Nederlandse volk is verbeterd.

 

Terug naar Bibliografie