"Ik zal ze in zevenen zagen!"

Ondertitel:Van Kooten en De Bie
Soort:Interview
Onderwerp:De vrouw
Auteur:Gemma Shackleton
Medium:Humo
Datum:22-10-1981
Pagina:8-9


 
Gemma Shackleton (28) is een freelance journaliste, die in juni van dit jaar werd benaderd door Koot en Bie, met de vraag of zij ervoor voelde om, in een nieuwe serie televisieprogramma'’s, als interviewster van beide heren te opereren. Voorafgaande aan het eerste vraaggesprek in beeld, volgt hier een papieren ontmoeting tussen een Vrouw en twee Mannen.
 
Als ik binnenkom zitten ze er al. Zozo! Dit is dus het Verbondskantoor. Niet bepaald Simplisties! Twéé Ruisdaels... De Bie, twee meter rijzige charme, veert overeind en wielt zijn stoel van achter het buro in mijn richting. Neemt zelf op de tweezitsbank plaats, naast Van Kooten. «Ga zitten!» Zijn stem kraakt veel minder dan op de televisie, maar dat kan aan mijn toestel liggen. Van Kooten is blijven zitten en kijkt broeierig. Moustache of sweat. Bovenaan zijn neus zie ik de twee paarse moeten van een zojuist uit ijdelheid afgezette bril. De Bie zegt, met weids gebaar: «Vraagt U maar!»
 
Hij heeft makkelijk praten, want daar is het een man voor. Als vrouw weet ik niet waar ik me meer door gekwetst voel: door de macho-charme van De Bie, met heel zijn hetero-voorkomendheid, of door het demonstratieve, vrouwvijandige zwijgen van Van Kooten, die mij zelfs geen hand geeft...
 
«Onze tijd is beperkt», zegt Koot, terwijl hij zich met beide vuisten (korte, dikke vingers) vermoeid in de ogen (veel vergeeld wit) wrijft, «dus misschien wil mevrouw Shackleton zo goed zijn van wal te steken?»
 
Simplistiese Manschappij
 
Mevrouw Shackleton! Terwijl ze allebei verdomd goed weten dat ik (weer) ongetrouwd ben, probeert de onderuitgezakte Koot mij over zijn uitgestoken benen in de Vrouwelijkheidsvalkuil te laten struikelen: ik ben amper 1 minuut binnen en ik zit dus alweer middenin de manschappelijke strijd om de zeggenschap over het vrouwenwerk en de opbrengst daarvan, want mooi dat ik dit "interview" voor publikatie moet laten lezen en mooi dat de helft van mijn honorarium op de rekening van het Simplisties Verbond moet worden overgemaakt.
 
Terwijl ik maar twee jaar aktief lid ben geweest van dat Simplisties Verbond, namelijk van het oprichtingsjaar 1974 tot eind 1976, toen ik Len Shackleton ontmoette, Dichter uit Limmerick, waar ik stom genoeg meteen mee trouwde en we in Ierland gingen wonen waar ik wel eens over Vrouwzaken in The Dubliner schreef, maar alleen ingezonden stukken, die meestal zo bekort werden van redactiewege, dat ik ze hier in Holland nooit als Eigen Werk heb durven presenteren bij Avenue, waar ik na mijn scheiding voor wilde gaan werken; zodat ik, na mijn terugkomst naar Nederland, voornamelijk heb gepubliceerd in Opzij, De Vrouwenkrant, Kenau en Meidenwerk, maar dus nooit iets in het blad van het Simplisties Verbond, laat staan op hun Bescheurkalender. En dat weten beide heren donders goed! Al deze gedachten razen door mijn hoofd als ik mijn bloknoot uit mijn tas trek...
 
«Wilt u misschien een kopje thee?» vraagt De Bie, «of zal het iets sterkers zijn?»
 
«Nou mevrouw Shackleton moet nog rijden hé?» waarschuwt Koot, met superieur-glimlachje. Tegen een mannelijke journalist zouden ze zoiets nooit durven zeggen, maar ik ben een Vrouw en die kunnen in hun Vrouwbeeld tòch al niet autorijden, dus als ze gedronken hebben vormen ze helemáál een gevaar op de weg!
 
«Een wodka», zeg ik, «een dubbele, met veel ijs.»
 
Van Kooten staat op, probeert dit leniger te doen dan zijn middelbare conditie toelaat (God wat is dat mannetje dun; nog dunner dan Bie zijn haar!) en trekt een in de Boekenwand (Ratjetoe: Havank, Dickens, Grote Larousse, Vicky Baum, voor tonnen aan Côte d'Or-albums!) ondergebrachte koelkast open.
 
«You name it, we have got it!» zegt de puk en Bie wrijft een waterglas op, met zijn posjet!
 

 

 

 
Macho-Misverstand
 
Als we eindelijk alle drie zitten met ons glaasje (Bie heeft zichzelf een Cointreau met IJs toebedacht en Koot houdt geroutineerd zijn glas schuin bij het inschenken van een beugelfles Bier) besluit ik eerst een paar dingetjes helder te krijgen. Ik had nooit een rok aan moeten doen, zie ik aan de speurend onderuitzakkende Koot...
 
«Eerste vraag», zeg ik, «waarom hebben jullie mij gevraagd om jullie op de televisie te interviewen?»
 
De heren overleggen even zwijgend met de ogen.
 
Ze zijn veel paarser en ouder dan op het scherm. (Omgekeerd maakt de al te jeugdige foto van W.L. Brugsma, wekelijks in de Haagse Post, een evenzo ijdele indruk; en zo zijn er nog wel meer dingen die mij, juist als teruggekeerde, tijdelijke buitenstaander, wáánzinnig opvallen op het vasteland; waar ik graag verslag van zal doen in Humo als ik de zakelijke dingetjens tenminste rond kan krijgen, want de hoofdredacteur van The Dubliner is een lammetje, vergeleken bij de gangster Mortier, maar dit terzijde).
 
«Kijk», begint De Bie, die intussen mooi de tijd heeft gehad om een ontwijkend antwoord te formuleren, «zoals u weet geven wij het allerliefste helemáál geen interviews, omdat wij vinden dat ons televisiewerk voor zichzelf moet spreken maar het is nu eenmaal usance dat Humo bij het begin van een nieuw Seizoen, "iets" over ons programma meldt.»
 
«Jawel», zeg ik, «maar dat was mijn vraag niet. Ik...»
 
«En toen dachten wij», onderbreekt Koot ruw, «waarom zouden wij ons, én op de televisie én in Humo, niet eens laten interviewen door een Vrouw. Een Vrouw die ons bepaalde dingen zou kunnen vragen over de positie van de Vrouw binnen het Simplisties Verbond, bijvoorbeeld.»
 
«Vandaar dat Bibeb meteen afviel», lacht Bie, terwijl hij met een soort gouden verlostang de punt van een Davidoff-sigaar knipt, «en Laurie Langebach en Coot van Doesburgh ook, hoé fantasties we die twee als Vrouw ook vinden, maar zij weten nu eenmaal niets van het Verbondswerk, en u wèl!»
 
«En voor Oriana Fallaci zijn wij nog net niet beroemd genoeg»; glimlacht Koot een nieuwe Volkswagen in zijn mond bloot. «Hoe gáát het trouwens met onze afdeling Overijssel?» vraagt hij er met een bezorgd stemmetje achteraan.
 
«Geen idee», antwoord ik naar waarheid. «Toen ik scheidde van Len ben ik eerst bij mijn ouders in Zwolle gaan wonen en daar zit ik nu, in mijn eentje, op een eigen flat, maar ik heb mijn lidmaatschap van het Simplisties Verbond reeds in 1976 opgezegd, toen ik ontdekte dat je als Simplist eigenlijk alleen maar bezig was om, met je propaganda-aktiviteiten en de verspreiding van de stickers en de brochures langs de deuren, gewoon uitsluitend een heleboel poen voor jùllie te verdienen, wat ik nou niet bepaald zo'n tof idee vind, achteraf. En ook tijdens al, in feite.»
 
Er valt een doodse stilte, alleen doorbroken door Koot die zenuwachtig met de beugel van zijn fles begint te spelen, en Bie, die opgewonden aan zijn dertig-gulden-sigaar sabbelt...
 
Ouder Echtpaar
 
«Hoe zit dat Koot», vraagt Bie na een tijdje. Hij klinkt opgefokt rielekst. «Jij hebt toch onder Journaliste gezocht, in de kaartenbak?»
 
«Jawel», teemt Koot, «maar er zijn inderdaad wat mutaties in het ledenbestand geweest, de laatste vijf jaar, en de afspraak was dat die Centraal verwerkt zouden worden, wat onder jou viel Bie, sorry dat ik het moet zeggen...»
 
Het valt mij op dat de heren, hoewel zij, kennelijk om zichzelf wat meer gewicht te geven, als "Van Kooten en De Bie" willen worden aangekondigd, elkaar nog altijd "Koot" en "Bie noemen en plotseling weet ik waar ze mij, sinds mijn binnenkomst, nee, eigenlijk al sinds mijn terugkeer in Nederland, zo sterk aan doen denken: ze vormen, met heel hun hetero-gekokketteer, gewoon een gezapig middelbaar echtpaar van 40 en 42, dat van mij, dochterlief, wil horen wat er wèrkelijk te koop is in de (Vrouwen)wereld! 28 Ben ik nu: ik had hun dochter kunnen zijn! (Ik moet hen trouwens vragen naar hun mening over Het Huwelijk. En, niet vergeten: Vrije Abortus. Zuid-Afrika, de Navo, Kernenergie. Krakers, Reclame, Drugs en God.)
 
«Nou», zeg ik, «als u van uw verbazing bent bekomen dan zou ik eerst willen vragen of u misschien opzettelijk een Vrouw als interviewster heeft gekozen om de kritiek die er het vorig seizoen terecht op jullie programma was (maatschappelijk rolbevestigend en uitgesproken Vrouwvijandig!) in de kiem te smoren? Omdat jullie aan Vrouwzaken al die jaren geen bal en geen klote en...»
 
«Hoho mevrouwtje Shackleton!» onderbreekt Koor mij pinnig, «laten wij twee dingen duidelijk scheiden; namelijk de Vrouw in het algemeen en de Vrouw binnen het Simplisties Verbond. »
 
«Waarom moeten die gescheiden?» vraag ik. «Een vrouw is een vrouw is een vrouw!»
 
«Natuurlijk», zegt Bie belangrijk, «natuurlijk beste Gemma en wij erkennen dat die Vrouw er door omstandigheden buiten onze schuld best wel bekaaid is afgekomen binnen het Simptisties Verbond, af en toe, dus daarom zeggen wij en daarom zit u hier ook: akkoord, wij gaan met name dit seizoen die Vrouw binnen het Simplisties Verbond Kansen geven, Serieus nemen als Partner in allerhande Simplistiese Processen en...»
 
«maar dan moeten we niet de fout maken die Simplistiese Vrouw meteen maar te betrekken bij alles wat er in onze manschappij gebeurt», waarschuwt Koot, «laten we toch vooral niet verder springen dan onze polsstok lang is en éérst die Vrouw binnen het Simplisties Verbond feminiseren! Màsculiniseren, zou ik bijna zeggen!»
 
«Jaja», zeg ik en voel hoe mijn bloed begint te koken (heb ik vanmorgen mijn librium wel ingenomen?), «binnen het Verbond mogen de vrouwen dus een rij opschuiven, in het gunstige geval, maar intussen blijven er twee Mannen op het Toneel en Op het Scherm zitten. Logies dat jullie die Vrouwenstrijd weer eerst binnen dat verdomde Verbond van jullie willen voeren. Omdat je dan de indruk maakt dat je er iets aan doet, maar omdat jullie dan toch samen de dienst blijven uitmaken, in laatste instantie.»
 
«Kijk eens hier Gemmaatje», begint Koot, «met kwaad maken komen we natuurlijk nergens. En je moet je ook realiseren dat wij dit interview helemaal niet bóven geven! Dat het alleen een gebáár van ons is. Een gebaar naar de werkeloosheid, een gebaar naar juist die jonge Vrouw! Want straks kun je toch maar even huptwee 950 frank toucheren voor dit stukje en zo kan ik nog wel meer dingen opsommen, die wij voor de vrouwen doen, als je het dan zo breed wilt zien...»
 
«Ik denk aan de meiskes in de fabriek die onze honderdduizenden Bescheurkalenders perforeren», vult de Bie aan, «ik denk aan de vrouwen die onze platen in de hoezen doen...»
 
«En in de trein, met koffers in en uit het rek tillen en een oudere dame die moeite met de draaideur bij Bodega Keyzer heeft...» somt Koot ernstig op, maar ik voel een rode kop van Woede op komen zetten (dat is, via Len, toch een beetje mijn Ierse bloed), ik klap mijn bloknoot dicht, prop het in mijn tas, sta op, zeg: «Goedemiddag mijneer Van Kooten, Goedemiddag mijnheer De Bie!» en stap naar buiten, waar het inmiddels is beginnen te sneeuwen.
 
"Maar ik zal ze krijgen", denk ik. Want ik heb een kontrakt voor zeven uitzendingen. Mijn echte interview met Van Kooten en De Bie houdt u dus nog te goed. En... ik zal ze in zevenen zagen!
 
VAN KOOTEN EN DE BIE
NED. 2 Zondag 25 oktober, 20.45 u.
 

 
Terug naar Bibliografie