Televisie Achteraf

Ondertitel:Sjeesus
Soort:Recensie
Onderwerp:Van Kooten & De Bie 3 - Slagroom met ijs
Auteur:Max van Rooy
Medium:NRC Handelsblad
Datum:23-12-1985
Pagina:2
Bron:Delpher link

Het kerstverhaal van Kees van Kooten en Wim de Bie was gisteravond in handen van de gebroeders Temmes. Arie en Gé, beiden bejaard, grijs, met snor en bril, zijn in hun kleine Hollandse rijtjeswoning aan het eind van hun latijn. Televisie, radio en krant zijn al opgegeven en de voordeur mag alleen onder speciale condities worden geopend, want de stookkosten die steeds weer nodig zijn om die extra hap koude lucht te bestrijden, moet in toom worden gehouden.
 
Ondanks al deze maatregelen is er maandelijks nog maar een paar gulden over voor iets extra's en de gebroeders lopen elkaar achterna in de noodlijderswoning, wanhopig Sjeejus mompelend omdat het huiselijk leven constant ergerlijke verrassingen oplevert. Met behulp van een kerstkrans en een controleur van de dienst luister- en kijkonderzoek houden Arie en Gé deze rituele dans een hele lange tijd vol.
 
Een triomfantelijke kerstgroet van een bejaarde vriend die in Spanje overwintert, brengt een nieuwe gedachte het spitsburgerlijke huishouden binnen. Arie slaat aan het rekenen en komt tot de slotsom dat je met een zelfde leven in Spanje niet een paar gulden, maar driehonderd gulden per maand voor extra's over houdt, de reis inbegrepen. Een seconde later zien we de gebroeders Temmes met winterjas en handschoenen hun appartement in Benidorm inspecteren.
 
Het Sjeesus, sjeesus is niet van de lucht. Twee slaapkamers, en buiten een buitenbalkon, nog een binnenbalkon, en drie gulden voor een kop snert. "De gebraden duiven vliegen je in de mond", zegt Arie, buiten zinnen van zoveel luxe voor een habbekrats. Hij geeft zich over aan het nonchalante Spaanse kustleven, waar de botte hersens van Gé niet tegen opgewassen zijn. Dit leverde een mooie aandoenlijke scène op. Als een jonge god en in een afgeknipte lange broek danst Arie over het zonnige strand. Gé zit met winterjas en handschoenen aan onbeholpen op het zand naast een veldbed. "Het klopt niet, Arie", zegt hij. "Het is midden in de winter. Thuis ligt misschien sneeuw, ook op onze stoep. En dan komt de buurman, die glijdt uit en breekt zijn heup. Het klopt niet, Arie".
 
Gé trekt zich kerstliederen zingend en vol sentimentele herinneringen terug op het appartement en kookt elke avond tevergeefs voor zijn broer die het deerniswekkende uitgaansleven van overwinterende bejaarden aan de Spaanse oostkust heeft ontdekt. Zuipen, bingo en travestie.
 
Terwijl Arie onder water is, wordt Gé de huur van het appartement met onmiddellijke ingang opgezegd, omdat het betrokken reisbureau failliet is gegaan (Gé tegen de boodschapbrengende hostess: "Natuurlijk. U heeft groot gelijk. Het is veel te chique".). Tweede aandoenlijke scène: Gé met twee zware koffers zoekt Arie op het duister wordend strand van Benidorm. Prachtige wanhoop. Op deze twee momenten na heb ik geheel onaandoenlijk naar dit kerstverhaal gekeken. Ik heb niet gelachen, me geen enkel ogenblik getroffen gevoeld, me niet geërgerd en me niet werkelijk verveeld. Dat is jammer, want ik wil graag dat me dit allemaal overkomt, wanneer ik naar een programma van Kees van Kooten en Wim de Bie kijk.
 

 
Terug naar Bibliografie